Een plek vinden waar je gelukkig kunt zijn
De start bij Westrom
“In oktober 2016 leerde ik Jeroen kennen. Het klikte goed. Hij woonde in Wessem, ik in Helden. Op een gegeven moment ging ik weekeindjes naar hem toe. Mijn hond Miro, een golden retriever, werd oud. Hij kreeg problemen om de trappen op te komen naar mijn appartement. Omdat Jeroen een huis heeft met twee verdiepingen, ging mijn hond als eerste bij mijn vriend wonen. Het ging goed tussen Balou, de labrador van Jeroen, en Miro. Tussen ons ging het ook goed en we gingen samenwonen in Wessem. Ik ging weg bij NLW en startte bij Westrom, op de afdeling Nepak, zo heette dat in die tijd. Daar ontmoette ik leuke collega’s. Met de één kan je wat beter door een deur dan met de ander, maar dat is toch altijd zo, op elke werkplek. Ik was van alle markten thuis en ik hou van afwisseling. Ik heb bijvoorbeeld ook nog in de wasserij gewerkt. Er gebeurden leuke dingen bij Westrom, zoals een trouwerij of een zwangerschap. Maar ook trieste dingen: een collega die oud wordt en dood gaat... Of een onverwacht overlijden, zoals mijn collega José Wolters.”
Van werken in de zorg naar de Wsw
“Voor mijn tijd bij NLW, werkte ik in de zorg. Bij Savelberg, een plek waar gehandicapte mensen wonen. Ik heb daar ruim tien jaar ondersteunende werkzaamheden gedaan. Omdat de werkdruk te hoog voor mij was en ik door een heftige gebeurtenis veel persoonlijke begeleiding nodig had, kon ik er niet blijven. Heel erg vond ik dat. Ik kreeg een Wsw-indicatie. Ik moest ermee leren leven. Het is niet anders. Stichting MEE heeft mij daarbij geholpen.”
De knoop doorhakken
“Mijn ouders leven niet meer. Mijn moeder had zware alzheimer en woonde bijna drie jaar in verpleegtehuis Vincent Depaul. Mijn vader hielp haar zo goed als hij kon. Hij wandelde met haar en met slecht weer zat hij bij haar in de huiskamer. Toen mijn moeder viel en een been brak, hebben ze haar in overleg met de familie een spuitje gegeven. Mijn vader overleed vorig jaar, in september. Hij miste mam, hij kon niet meer eten, wilde niet meer leven. Pap heeft nog twaalf dagen in een hospice gewoond en is toen overleden. In was even daarna de dagen kwijt… welke dag is het? Ben ik blij met het leven dat ik nu heb? En nee... ik ben niet gelukkig…
Ik heb maandenlang nagedacht. Rond Sinterklaas hakte ik de knoop door: ik ga scheiden van Jeroen en ik wil terug naar waar ik vandaan kom. En daar ook weer werken. Het liefst in de zorg, via een detachering. Ik stond nog steeds ingeschreven voor een woning in Panningen. ‘Eerst een woning, daarna kijken we of detacheren mogelijk is’, zei teamleider Roel Smeets van Westrom. ‘Oké Roel, daar hou ik je aan’, zei ik. Begin maart kon ik een huisje bekijken. Ik dacht: ‘Als het wat is, dan ga ik verhuizen. Is het niks? Dan kijk ik verder.’ Het bleek een mooie woning te zijn. Eind maart kreeg ik de sleutels en op 30 april ging ik echt over. Westrom nam daarna contact op met NLW Groep om te kijken of ik bij hen kon werken. En dat is gelukt. Op 3 juli start ik bij NLW.”
Back to my roots
“Bij Westrom heb ik verschillende leidinggevenden gehad: Jan, Roel, Karlijn, Sally. Ik was er wel tevreden over. Ik heb goede tijden gehad bij Westrom, maar ook tijden waarin het wat minder ging. Ik vond Karlijn een kei leuke afdelingschef. Eerst de mens, dan het papierwerk. Geweldig! Omdat ik al eerder had aangegeven dat ik graag gedetacheerd wil werken, ging ik een jaar geleden samen met Karlijn voor een gesprek naar verpleeghuis Vincent Depaul in Panningen. Daar zou ik graag gedetacheerd willen werken, op de plek waar mijn moeder een aantal jaren heeft gewoond.
Een jaar later, op 3 mei, reed ik met mijn nieuwe afdelingschef Sally naar NLW om mijn overstap te bespreken. Op 3 juli ga ik daar aan de slag, eerst via een proefplaatsing. Ik mag op de instroomafdeling laten zien wat ik kan en wie weet wat voor leuke dingen daarna komen.
I’m going back to my roots. Ik heb er zin in en bedank Westrom dat ze mij daarbij hebben geholpen.”